Verslag Weerribbentocht

Gepubliceerd op 21 april 2012

Zondagochtend, vroeg op, althans vroeger dan anders. Petweer (vergeleken met zaterdag), maar in ieder geval droog. (In Zwolle dan,
in Steenwijk waren de boten volgeregend bleek later. Astrid had al gehoosd voordat wij aankwamen).

Wij hadden dus de boot waarvan de naam de hele dag over het water zou klinken: de Frisse Wind. Helaas lag die helemaal achteraan op het
grasveld, dus wij moesten wachten tot alle voorliggende boten weg waren. En we waren er nog wel zo vroeg… We hebben ons, uit louter eigenbelang, populair gemaakt bij de overige bemanningen door “agressief te helpen”, zal ik maar zeggen. Tegen tienen hadden we een
vrije plaats aan het vlot bevochten, uitzetten gelijk en wegwezen.


We hadden gedacht halverwege het Steenwijkerdiep nog even slag en

stuur te wisselen, maar het werd ons al snel duidelijk dat dat door de
aanwakkerende dwarswind tenminste 15 strafminuten aan lager wal zou
opleveren. En het is wel geen wedstrijd, maar toch… De eerste ploeg
heeft dus gewoon 12 km geroeid (en de stuur heeft de laatste zes
daarvan in deels bevroren toestand afgelegd). Nu is het
Steenwijkerdiep niet beroemd om zijn schoonheid, dus je kunt je gerust
op het roeien concentreren.

Na 12km gingen drie roeisters terug naar Zwolle voor de S2-cursus, en
kwamen drie verse aan boord. Dan begint ook het leukste stuk van de
tocht, want dan ga je de wieden in, kom je door Nederland (het
plaatsje) en laat je Muggenbeet (gelukkig) aan bakboord liggen. Á
propos bakboord, tussen de ervaren roeisters (en een enkele roeier)
wordt onderweg volop gediscussieerd of het bakboord van de stuur
hetzelfde is als het bakboord van de roeiers. Het eventuele verschil
wordt met name in de smalle vaarweggetjes als belangrijk ervaren. We
maken om praktische redenen een éénduidige afspraak. Hèhè. Verder doen
we alles wat je op zo’n tocht hoort te doen: notentaart, pannenkoeken
en pizza eten, aan lager wal raken en daar toch snel weer wegkomen,
eenmaal een foute afslag nemen. Je haalt dus alles eruit wat erin zit!

Op het Giethoornse Meer (de locals zeggen, voor zover ik het verstond,
Gietersmeer) stonden er toch stiekem kleine witte kopjes op de golven.
Stug doorroeien met korte slagjes bleek de remedie. Dan nog
Dwarsgracht (wij dachten dus echt dat we dwars in die gracht moesten
liggen, nou dat lukte goed) en een mooi stukje Giethoorn, deels op de
peddel, en daarna konden we weer gewoon roeien. Dachten we. De wind
was inmiddels opgeklommen naar 5 Bft, en het laatste stuk heet niet
voor niets Kanaal Beukers. Oogkleppen voor en met driekwart bankje pal
tegen de wind in doorbeuken dus.

De ontvangst op het vlot was geweldig: Berenburg was net wat we op dat
moment nodig hadden. Ik had sowieso de indruk dat de organisatie alles
goed in de gaten hield, checklist met in- en uitgaande boten, en ook
het dirigeren van de botenwagens op het kleine stukje grond voor het
botenhuis liep dank zij de walkie-talkies goed. Hulde aan de
organisatoren van ’t Diep!

En om vijf uur, weer terug in Zwolle, in een stralend zonnetje de
riggers weer op de boten. Toch nog een beetje bruin geworden. Wat mij
betreft, voor herhaling vatbaar, maar dan met iets minder frisse wind.

[ Wilm Boerhout
De Frisse Wind ]