Het Binnenvaartpolitiereglement

Gepubliceerd op 6 augustus 2007

Hieronder vindt u een samenvatting van de regels uit het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) die voor roeiboten op het traject van de Mastenbroek Marathon het belangrijkst zijn.

Goed zeemanschap

De schipper moet alle voorzorgsmaatregelen nemen die volgens goed zeemanschap of door de omstandigheden waarin het schip zich bevindt zijn geboden, om te voorkomen dat:

  • het leven van personen in gevaar wordt gebracht;
  • schade wordt veroorzaakt aan andere schepen dan wel aan oevers;
  • de veiligheid of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar wordt gebracht.

In geval van onmiddellijk gevaar moet de schipper daartoe afwijken van de overige regels uit het BPR.


Vaarregels

Een roeiboot is verplicht te wijken voor:

  • een 'groot' schip: elk schip langer dan 20m. Sleep- en duwboten, schepen voor meer dan 12 passagiers en veerponten, vissersschepen en duwbakken zijn altijd 'grote' schepen, ongeacht hun lengte;
  • een zeilschip;
  • een schip dat zijn stuurboordswal of een vaargeul volgt;
  • een andere roeiboot die op een kruisende koers van stuurboord komt.

Een motorjacht is dus verplicht te wijken voor een roeiboot. Veel motorbootschippers lijken trouwens van deze regel niet op de hoogte te zijn! Een zeilschip dat tevens de motor gebruikt, wordt beschouwd als motorschip. Zo'n zeilschip voert een zwarte kegel met de punt naar beneden.


Ten anker liggende schepen

Schepen die ten anker liggen voeren overdag een zwarte ankerbol.

Het blauwe bord (de 'blauwe vlag')

Op de IJssel bepaalt een stroomopwaarts varend schip de koers van een stroomafwaarts varend schip (in schipperstermen: 'de opvaart bepaalt de koers van de afvaart'). Dat houdt het volgende in.
Vrachtschepen die op de IJssel stroomopwaarts varen, kiezen soms de binnenbocht omdat de stroming daar minder sterk is dan in de buitenbocht. In sommige bochten houden ze dan dus voor tegenliggers de 'verkeerde' wal. Zulke opvarende schepen tonen voor afvarende schepen aan stuurboord naast de stuurhut een vierkant blauw bord, bij schippers ook wel bekend als de 'blauwe vlag'. Afvarende schepen moeten hun koers aanpassen aan die van opvarende schepen die het blauwe bord tonen. Om te tonen dat de bedoeling van de opvaart begrepen is, voert ook de afvaart in deze situatie het blauwe bord. De opvaart geeft eventueel twee korte stoten op de scheepshoorn als het lijkt dat de afvaart zijn bedoeling niet heeft begrepen.
Opvarende grote schepen zijn bij het nemen van de binnenbocht alleen verplicht het blauwe bord te tonen voor andere grote schepen. Op de IJssel tonen zulke schepen het bord echter vaak ook voor kleine schepen, soms zelfs voor roeiboten. Controleer altijd eerst of het bord voor een achter u varend vrachtschip bestemd is, voordat u een tegemoetkomend 'blauw varend' schip voldoende ruimte biedt door zelf naar bakboord uit te wijken.