Franse Maas

Gepubliceerd op 28 oktober 2007

Onderstaande informatie is van Jan Harms, Piet Reuvekamp en Remco Korteweg

De Maas heet omdat hij op sommige plekken gekanaliseerd is ook wel Canal de l’Est.

Traject:
Afhankelijk van de tijd kan hij op verschillende plaatsen begonnen worden. Een mooie opstapplaats is Sedan op de Camping Municipal, omdat daar ook een mooie te water plaats is, maar hij kan ook zuidelijker gestart worden. Vanaf Monthermé worden de sluisjes erg talrijk  tot Givet (Belgische grens) en moet je je afvragen of dit nog wel leuk is. De Maas is eerst vrij smal. Op plekken dat bomen over het water hangen, moet je flink de kant in om een vrachtboot te laten passeren. Er zijn vooral toeristenbootjes. Het is een dunbevolkt gebied. Er zijn dorpjes, ruines van kastelen, glooiende hellingen met koeien, steile rotsen, loofbossen en naaldbossen. De stroomsnelheid is niet groot.
Overnachten:
Bij de enige roeivereniging op het traject in centrum Charleville konden we de boot in het botenhuis kwijt, maar moest er iemand speciaal zaterdag komen omdat niemand roeide! Er kan niet gelogeerd worden. Een camping of hotel is aan te raden. Campings bevinden zich veel langs de water kanten.
Bijzonderheden
Vraag een autorisation aan en officieel moet je betalen voor een vignet, dat op de boot moet. Bij problemen kan iemand van de Voies Nautique de France moeilijk doen. De werking van de sluisjes wordt op afstand wel in de gaten gehouden en bij storing  verschijnt na enige tijd een bestelautootje van VNF. Handig zijn de zogenaamde Navicartes. Hier staat het adres waar je de autorisation moet aanvragen en welke sluis bediend is en zelfbediening is. Een zendertje (zie verder) is soms te krijgen bij een bediende sluis. Het lijkt alsof daar geen systeem in zit, want er werd ook geen statiegeld gevraagd en op de camping in Sedan hadden ze ook een paar lege. Ook de verschillende telefoonnummers van de sluisjes wordt genoemd. Handig als een sluisje niet werkt zoals je wilt! De meeste sluisjes zijn automatisch, d.w.z. ze gaan gedeeltelijk automatisch open en in de sluis door het bewegen van de juiste blauwe stang, wordt de rest in beweging gezet. De juiste bediening vraagt echter wel wat maatregels. Om te beginnen moet er gezorgd worden voor een geel zendertje (emetteur), dat opgeladen is, om naar een radio ontvangst bord (geel met afbeelding van zendapparaat) te seinen dat een sluis genaderd wordt.Vervolgens moet gewacht worden tot het licht groen is en kan de sluis binnen gevaren worden. Er is een radar voor de sluisdeur gemonteerd in een grijs kastje. (foto op aanvraag) Deze is echter zo afgesteld, dat hij niet reageert op voorbijvliegende vogels. Als roeier vorm je een te klein vlak en reageert hij niet. Dit betekent, dat de sluisdeuren niet sluiten. Oplossing: langzaam varen en een tijd een voorwerp (bijvoorbeeld het kussen van de stuurman) ervoor houden. Dit moet wel op minimaal 1 meter afstand, te dicht bij reageert hij ook niet. Dit ook weer bij het verlaten van de sluis, omdat anders niet geregistreerd wordt, dat je de sluis weer uit bent. De sluisjes zijn erg smal. Een pikhaak en een peddel zijn zeker aan te raden en met een binnenvaartschip kun je je afvragen of je niet beter even kan wachten. Op feestdagen zijn de sluizen gesloten.

Er loopt een spoor langs de Maas, zodat de botenwagen als die wordt achtergelaten, makkelijk op te halen is.